Jeugdboeken
Tussen mijn leeservaringen tijdens deze maanden viel ik vooral voor de nieuwe boeken van Simon van der Geest, Anna van Praag en Ted van Lieshout.
Simon van der Geest verpakt in zijn sciencefictionboek Hart van staal een klassiek verhaalgegeven in een nieuw jasje.
Hoe je van een zestiende-eeuws schilderij een aanstekelijk boek over taal kunt maken? Laat dat maar aan ted van Lieshout over.
Over de slavernij zijn al meer kinderboeken verschenen. De Surinaamse schrijfster Henna Goudzand Nahar koos met Suikerland voor een programmatisch verhaal over diverse tot slaaf gemaakten.
Rechttoe-rechtaan en realistische verhalen - voor zwakkere lezers is dat een fijn concept. De levens van Lanya van Mirjam Oldenhave is zo’n boek.
Ter gelegenheid van de Maand van de Filosofie schreef Joke van Leeuwen een heerlijk boek. Eentje dat je aan het lachen en het denken zet.
Deze leesmaand gaat het over drie maal Meisje met de parel, van klassiek tot mollig modern. En over een denkend hoofd en een berentemmer.
Erna Sassens tweede boek over Joshua lijkt eerst meer van hetzelfde, maar blijkt wel degelijk meer dan een herhaling van zetten.
Afgelopen maand las ik rijp en groen, van een spannende jeugdroman (Autumnville) tot de meesterlijke coming-of-age-roman voor een volwassen publiek, Ver van Verona. Dat laatste is de absolute aanrader deze maand.
Afgelopen jaar schreef ik minder over jeugdliteratuur dan ik had gewild. Maar lezen deed ik natuurlijk wel. Bijgaand mijn favorieten uit 2022, verhalen over nu en vroeger en voor altijd.
Ruta Sepetys beschrijft in Ik moet je verraden indringend hoe het is om in een dictatuur te leven, waar verraad en vertrouwen voortdurend botsen.
In het boek Terra Ultima van Raoul Deleo waart onmiskenbaar de geest van Batavus Doorgstoppel. En heel misschien ook een beetje van Tristram Shandy.
Wat is het verschil tussen mens en dier? Het jeugdboek Jefferson werpt daar op een speelse manier vragen over op.
Onder ogen durven zien dat je zelf bijzonder bent, valt niet mee als je een onzekere, mollige puber bent. Susin Nielsen beschrijft het humoristisch, maar liefdevol.
Racisme, homofobie, mishandeling en de dood. Dat lijkt veel voor één boek, maar Kacen Callender maakt er in King en de drakenvlinders een ontroerend verhaal van.
Rindert Kromhout schreef een kinderboek met, voor én over Tonke Dragt. Wie achter deze deur verdwaalt zit vol knipogen en is een ode aan de verbeelding.
In een prettige mengeling van dichterlijke vrijheid en historische feiten brengt Lida Dijkstra het oude Egypte van Toetanchamon tot leven.
Annet Schaap schreef met de Meisjes een waardige opvolger van haar gelauwerde debuut Lampje. Over sprookjes die geen sprookjes blijken te zijn.
Het lied van de spreeuw is een ode aan het leven. Een bijzonder kinderboekendebuut van Octavie Wolters.