Afgelopen maand las ik rijp en groen, van een spannende jeugdroman (Autumnville) tot de meesterlijke coming-of-age-roman voor een volwassen publiek, Ver van Verona. Dat laatste is de absolute aanrader deze maand.
Belofte maakt schuld. In mijn jaaroverzicht 2022 kondigde ik als goed voornemen aan om een maandelijks leesoverzicht te geven. Bij deze de eerste oogst, die overigens nog allemaal boeken van vorig jaar betreft (want nog lang niet alle stapels weggelezen).
Als eerste Tyger (10+; David Flicking Books, 2022) van de Britse schrijver S.F. Said en rijkelijk en sfeervol geïllustreerd door Dave McKean. Het is een eigentijdse parabel over discriminatie en menselijkheid. Een parabel, omdat niet mis te verstaan is wat goed en fout is en de lezers een duidelijke boodschap meekrijgen: als iedereen de innerlijke vonk laat vlammen (en zijn licht niet onder de korenmaat steekt), ontstaat er een betere wereld waarin iedereen zich kan ontplooien. En natuurlijk wint het goede.
Het ligt er allemaal dus nogal dik bovenop en tegelijkertijd koos Said hiermee een interessante aanpak om actuele thema’s als slavernij en BLM te hebben. Hij situeert zijn verhaal in een deels herkenbaar, deels fictief Londen, waar slavernij nog bestaat en alle (gekleurde) ‘vreemdelingen’ zijn opgesloten in de gettowijk Soho. Ze mogen alleen met een pasje de rest van de stad in. Alles wordt anders als Adam op een dag een gewonde tijger in een leegstaand gebouw vindt. Ze blijkt een soort godheid in vermomming en leert Adam om gebruik te maken van zijn innerlijke krachten, zoals verbeelding en creativiteit. Samen met zijn buurtgenoot Zadie helpt Adam de tijger in haar strijd tegen het kwaad (gepersonifieerd door de schatrijke dierentuineigenaar Maldehyde). De figuur Tyger doet denken aan Aslan, de leeuw annex goddelijke figuur uit de Narnia-boeken van C.S. Lewis. Maar de wilde tijger staat ook voor de vrijheid, kracht en trots die ieder mens zou mogen bezitten.
Ook in Autumnville (12+; Ploegsma, 2022) van Rick Meijer doolt een dier rond, maar deze Wolf (alias het kwaad) is er een beetje met de haren bijgesleept en overtuigt niet echt. In dit boek staat eerst en vooral spanning voorop. De boekcover vertelt het ons al: er is iets helemaal niet pluis in het kleine provinciestadje Autumnville. Ook het verhaal doet zijn best om de lezer voortdurend boe! toe te roepen. Trappen kraken, ogen priemen, geesten laten van zich horen, de lucht is donker en vol regen en er gebeuren onverklaarbare dingen. Een van-dik-hout-zaagt-men-planken griezelverhaal, niet mooi geschreven, wel met een stuwende spanningsboog.
Het verhaal opent met de begrafenis van de opa van Hugo en springt dan naar vier jaar later. Hugo’s vader heeft inmiddels de boekwinkel van opa overgenomen. Als Hugo op een avond alleen de winkel mag afsluiten, hoort hij een stem die hem roept. Hij rent weg, maar de stem blijft de weken erna steeds dringender terugkomen. De plot lijkt rommelig en van de hak op de tak, Hugo’s vrienden Mikey en Justin wispelturig. Lijkt, want aan het eind is er een plotwending die alles in een ander licht zet. Die wending is sterk, maar alles daaraan voorafgaande had subtieler gemogen.
Van een totaal ander kaliber en feitelijk ook geen jeugd- of jongerenroman, maar voor volwassenen is Ver van Verona (Cossee, 2020, vertaald door Gerda Baardman en Kitty Pouwels), de debuutroman uit 1971 van de onvolprezen Jane Gardam. Ik vermeld het hier toch, niet alleen omdat ik het afgelopen maand las (uiteraard), maar omdat het zo’n boek is waarbij je je afvraagt: waarom heet dit een boek voor volwassenen en niet voor jongeren? Het had wat mij betreft zonder meer mee kunnen dingen naar het Beste Boek voor Jongeren – daarin zitten per slot van zaak ook niet uitsluitend boeken die expliciet voor jongeren zijn uitgegeven. Het blijft een interessant schemergebied.
Hoe het ook zij, iedereen moet dit boek lezen. Bij werkelijk elke zin dacht ik: wat mooi geschreven! Wat raak! Wat humoristisch! Wat ontroerend! Ik kreeg het boek cadeau in het Nederlands (pluim voor de vertalers!), maar herlees het graag nog eens in het Engels. Het verhaal speelt zich af in Engeland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is het relaas in ik-vorm van de 13-jarige Jessica Vye dat na het bezoek van schrijver op school zeker weet: ik ben ook schrijver. Vervolgens trakteert ze ons op scenes uit haar leven en weet ze met droogkomische beschrijvingen haar ouders (een socialistische dominee en zijn vrouw die een wat slordige hand van huishouden heeft), haar klasgenoten en haar leraren (van de kleinzielige directrice tot de ras-lerares juffrouw Philemon). Jessica maakt niet zoveel mee en tegelijkertijd beleeft ze ontzettend veel, in haar hoofd, maar ook in het echt. Die grote dingen die gebeuren (een bom, verliefdheid, de dood) worden slechts aangestipt, de lezer moet het tussen de regels doorlezen. Ook dit boek krijgt een plotwending, maar o zo fijnzinnig wordt daarnaartoe gewerkt en alles van ervoor komt erin samen. Jessica leert zichzelf kennen. Op en top coming of age en bovenal op en top literatuur.