Jeugdboeken
Als de hoop sterft, is alles verloren. Edward van de Vendel en Martijn van der Linden met De prins die licht gaf vertellen het aloude verhaal van hoe er ook in donkere tijden ergens licht te vinden is.
De nieuwe historische jongerenroman van Jean-Claude van Rijckeghem leest als een ouderwetse schelmenroman. Meeslepend geschreven en met een innemende hoofdpersoon: Properzia.
Mireille Geus en Marijke ten Cate maakten samen een prachtig prentenboek over alles moeten achterlaten en opnieuw beginnen. Verplichte kost voor iedereen die ‘iets’ vindt over migranten.
Met De sleutelrobot besluit Simon van der Geest zijn sciencefictiontweeluik. En hij weet er een ongemeen spannende strijd van te maken tussen kinderen en robots.
In de herstart van de Slash-reeks trapt Janneke Schotveld af met de overtuigende jongerenroman Zusje, over hoe Rifka Meis al fietsend haar schuldgevoelens en geloof achter zich laat.
Robin Raven schreef een belangwekkend en indringend jeugdboek over een belangrijke episode uit het slavernijverleden: de slavenopstand op Curaçao in 1795.
Met Neem een kip ronden Erna Sassen en Martijn van der Linden een bijzonder drieluik af over Joshua en zijn vrienden. Een comingof-age-roman met een authentieke stem in woord én beeld.
Het meisje dat er niet mocht zijn is de derde jongerenroman die Wilma Geldof schreef over de Tweede Wereldoorlog. En wat mij betreft de beste van de drie.
Vasthouden en loslaten, dat is ouderschap in een notendop. Gideon Samson en Milja Praagman verbeelden dat mooi in Lamelos.
De koning, de wolf, de jongen, het meisje en de uil. Ze vormen de hoofdpersonages in het magische nieuwe boek van Kate DiCamillo: De poppen van Spelhorst.
Met Het leven van een hagedis van niks laat Patrick Ness zien dat hij niet alleen goed is in serieus en spannend, maar ook van wanten weet met humor. Met een serieus randje.
Gran Balconia, het nieuwe boek van Derk Visser, is wederom een overtuigend portret van jongeren ‘die de wind niet mee hebben in het leven’.
‘Voor iedereen die zich wel eens anders voelt.’ Aldus de opdracht in De man met de lange benen, een prentenboek van de Britse illustrator Benjamin Phillips. Dat ‘wel eens’ is voor de naamloze hoofdpersoon een eufemisme. Met zijn extreem lange stelten valt hij altijd en overal behoorlijk uit de toon.
Ik stelde weer een lijstje samen met mijn tien favoriete jeugdboeken van het afgelopen jaar. Vele ervan vertolken zorgen over de wereld van nu en morgen, maar bieden ook hoop en humor.
Het kerstverhaal is telkens (op)nieuw te vertellen. Bijvoorbeeld door het perspectief van Maria te kiezen, zoals Mathilde Stein doet in Maria’s kerstverhaal. Dat blijkt nog niet zo eenvoudig.
Wat is er gebeurd onder de brug? Evelien de Vlieger bouwt in haar nieuwe jeugdroman de spanning op, maar uiteindelijk blijkt het daar niet om te draaien.
Hoe raken een ober en een pinguïn bevriend? Joukje Akveld en Jan Jutte verbeelden dat in een humoristisch samenspel tussen woord en beeld.
In zijn nieuwste kinderboek slaagt Sjoerd Kuyper er meesterlijk in om grote wereldproblemen te combineren met humor en verbeelding.
Tijdreizen blijft een fascinerend verhaalgegeven. Dirk Weber gebruikt het in Welkom thuis, chrononautenen verzon een originele plot.
Verdient de mensheid het nog te blijven voortbestaan? Selma Noort verpakt haar antwoord op deze vraag in een klemmend verhaal over wanhoop en hoop.