Tijdreizen blijft een fascinerend verhaalgegeven. Dirk Weber gebruikt het in Welkom thuis, chrononauten en verzon een originele plot.
Als je nu weet wat er later gebeurt, kun je daar een slaatje uit slaan. Handelen met voorkennis heet dat in de echte wereld en dat is strafbaar. In de wereld van fictie kun je er juist vrijelijk mee spelen, bijvoorbeeld door met een tijdmachine op de proppen te komen. Precies wat Dirk Weber in Welkom thuis, chrononauten op een originele manier doet.
Zijn hoofdpersoon, weesjongen Barend, gaat werken bij een kunstveilinghuis dat op een wel zeer lucratieve manier aan handelswaar komt. Directeur Rieter verzamelt kennis over verloren gegane werken van later beroemde (fictieve) kunstenaars. Vervolgens stuurt hij Barend op pad naar het verleden om die kunstwerken te redden en op een plek te verstoppen die in de eigen tijd nog steeds bestaat.
De eerste tijdreis bevalt Barend goed. Hij vindt het fantastisch om letterlijk in het verleden rond te lopen en de wereld van toen op te snuiven. Maar langzaamaan bekruipen hem steeds meer twijfels. De tijdreizen blijken allerminst gezond, het duurt steeds langer voor Barend ervan herstelt. En hij ontdekt dat het met zijn voorganger slecht is afgelopen. Barend heeft er steeds meer moeite mee dat Rieter deze risico’s voor lief neemt.
Maar belangrijker zijn de morele twijfels. Mag je wel ingrijpen in de loop der dingen, als een dief van de tijd? Barend maakt bovendien vrienden in het verleden en het voelt als verraad om dan hun kunstwerken te stelen.
Het verhaal heeft een wat lang uitgesponnen aanloop. Maar vanaf het moment dat de tijdreizen starten, komen er vaart en spanning in, zeker omdat Barend in het verleden ook dingen over zijn eigen afkomst ontdekt. Weber weet mooi de verschillende tijden te beschrijven. Niet alleen het verhaalheden, 1951, maar ook de diverse vroegere jaren komen tot leven. Al met al een kundig verteld avonturenverhaal, met een diepere laag.