Leesmaanden mei/juni 2023

Leesmaanden mei/juni 2023

Tussen mijn leeservaringen tijdens deze maanden viel ik vooral voor de nieuwe boeken van Simon van der Geest, Anna van Praag en Ted van Lieshout.

Eerlijk gezegd zat ik deze maanden meer met mijn neus in een middeleeuws manuscript dan in jeugdboeken. Dat had alles te maken met een bijzonder concert van mijn koor Voces Caelestes, de 24 uur van Soeterbeeck, waarbij we een etmaal lang alle getijden zongen, regelrecht uit (kopieën van) een vijftiende-eeuws liedboek.



rozenvoordezwijnenOde aan de taal
Desondanks lonkten nieuwe titels van drie gerenommeerde Nederlandse jeugdboekenschrijvers. Al langer op mijn stapel lag Rozen voor de zwijnen (Leopold, 10+) van Ted van Lieshout. In dit boek neemt Van Lieshout het bekende schilderij ‘De verkeerde wereld’ (1559) van Pieter Bruegel de Oude als uitgangspunt voor een boek over taal. Het doek immers verbeeldt ‘minstens 100 spreekwoorden’.

Veel daarvan zijn in ons taalgebruik nog steeds gangbaar, zoals ‘iemand bij de neus nemen’ en daarvan legt de auteur de ontstaansgeschiedenis uit. Vaak blijkt een letterlijke betekenis te veranderen in een figuurlijke oftewel spreekwoordelijke. Andere afgebeelde spreekwoorden zijn in onbruik geraakt, zoals ‘voor God een baard van vlas maken’ (een aanduiding voor iemand die schijnheilig is) – best jammer dat dit fraaie spreekwoord verstoft is, Gelukkig brengt Van Lieshout ze weer even tot leven.

Van Lieshout koos voor zijn taalboek een in de achttiende en negentiende eeuw veelbeproefde vorm, die van de dialoog tussen een onwetend kind dat vragen stelt en de alwetende volwassene die antwoordt. Toen al bedoeld om al te droge lesjes wat smakelijker op te dienen. Probleem daarbij was dat het kind vooral aangever was en de vragen zelden echt kinderlijk, want immers louter bedoeld om de volwassene de vloer te geven. In principe is dat ook het geval in Rozen voor de zwijnen, maar Van Lieshout weet de vorm dankzij het luchtige en levendige toon wel overtuigend te maken. Het komt over als twee mensen die voor een schilderij staan en elkaar dingen aanwijzen en er samen over praten, soms wat meliger, soms wat serieuzer. Hij gunt de vragensteller, wiens woorden in rood staan gedrukt, ook soms een eigen inbreng (‘Weet je zeker dat die man springt? Hij lijkt te vallen’). Al met al is dit boek, rijk geïllustreerd met details uit Brueghels schilderij en andere kunstwerken, een mooie ode aan de taal.

Jona
Vader en zoon
In veel boeken van Anna van Praag zijn de relaties tussen ouders en kinderen niet echt harmonieus. In Noorderlicht bijvoorbeeld zijn Ives ouders meer met zichzelf dan met hun dochter bezig. En in Een heel bijzonder meisje raakt Alicia beschadigd doordat haar ouders zich bij een sekte aansluiten. In haar nieuwste boek Jona (Lemniscaat, 15+) is de ouder-kindrelatie het hoofdthema.
Elke ochtend bindt Jona’s vader hem de gebedsriemen aan en bidden ze samen. Dit intieme moment komt regelmatig terug in het verhaal en tekent op een mooie manier de verhouding tussen vader en zoon. Ze zijn met elkaar verbonden, maar soms trekt vader de riemen wel erg strak aan.
En die band begint te knellen als Jona vragen begint te stellen. Over zijn moeder die verongelukte toen hij een kleuter was. En over ene Simon waar zijn dementerende oma het opeens over heeft. Jona wil een profielwerkstuk schrijven over herinneringen. Tot zijn schrik wordt hij gekoppeld aan twee klasgenoten, Lucas en Elin, om dat thema samen te onderzoeken. Lucas kan goed filmen, Elin is een nieuwsgierige en vasthoudende speurder en Jona staat erbij en kijkt ernaar.
Naarmate zijn nieuwe vrienden dieper graven in zijn familieverleden, voelt Jona zich steeds ongemakkelijker. Hij voelt zich schuldig tegenover zijn vader. Die noemt herinneringen vooral een last: ‘Het is de ziekte van deze tijd dat alle verhalen maar verteld moeten worden.’
Zelf houdt vader het verleden liever toegedekt, alle pijn om de door de Shoah omgekomen familieleden en de trauma’s van zijn ouders die de oorlog wel overleefden. De vader zoekt steun en troost in het geloof en in regels, emoties en herinneringen bedreigen de rust alleen maar.
Jona begrijpt zijn vader en gehoorzaamt hem, hoe grillig en gemeen deze soms ook kan zijn. Dat weet Van Praag het mooist en subtielst te schilderen in de communicatie tussen vader en zoon. Daar waar ze de vader opvoert in contact met anderen, zoals de mentor van school, wordt hij te karikaturaal.
Jona leest soms als een speurdersverhaal (wie is Simon?), maar is bovenal een ontroerend coming-of-age-verhaal over een stille jongen die leert zijn eigen stem te gebruiken en zich liefdevol ontdoet van de al te strakke riemen van zijn vader.

hartvanstaal
Muziek als taboe
Ook in Hart van staal (Querido, 10+), het nieuwe, door Martijn van der Linden geïllustreerde boek van Simon van der Geest, gaat het over ouders en kinderen, zij het op geheel andere manier. Dit boek is een kruising tussen The Stepford Wives van Ira Levin (waarin alle echtgenotes in gewillige huisslavinnen veranderen) en kinderboeken als Pluk van de Petteflet waarin kinderen (en dieren) het opnemen tegen volwassen machthebbers.

Ravi merkt dat zijn ouders de laatste tijd wel erg strikt de (huis)regels handhaven. Ook gaan ze slaafs mee in de nieuwe regels van de Gouverneur dat alle muziek en muziekinstrumenten verbannen moeten worden. want ‘sommigen worden er agressief van, anderen heel week en slap’, kortom muziek ondermijnt de macht.
Samen met drie andere kinderen – Zina, Blinker en Mink – ontdekt Ravi dat alle ouders van vlees en bloed zijn weggevoerd en vervangen door robotduplicaten. Ook leraren moeten eraan geloven. ‘Mijn laatste leerkracht is inmiddels ontmenst’, meldt de schooldirectrice trots aan de Gouverneur.

Bij Levin delven de vrouwen het onderspit, maar zo gaat het in de jeugdliteratuur zelden: daar zegevieren kinderlijke onbevangenheid en levenslust, in Hart van geest gesymboliseerd door muziek. Muziek speelt in Van der Geests boeken en theater vaker een belangrijke rol, nu bedeelt hij haar een hoofdrol toe. De vier kinderen rebelleren tegen de macht door muziek te blijven maken en die letterlijk van de daken te schreeuwen (al deze popliedjes zijn op Spotify te beluisteren of in een speciale audioboekversie).

De strijd is nog niet beslecht, er komt een vervolg. Maar nu al is duidelijk dat Van der Geest met verve een klassiek verhaalgegeven in een nieuw en origineel jasje heeft gegoten. Zijn boek is spannend, mét ruimte voor humor (zo vormen de Gouverneur en zijn secondant Gatema een komisch duo). Bovendien is er ruimte voor grijstinten en hoop, zoals een robotvader met het (stalen) hart op de juiste plaats.