Bette Westera en Sylvia Weve zijn de winnaars van de 33e Woutertje Pieterse Prijs met hun boek Uit elkaar. Dit maakte juryvoorzitter Arjan Peters vandaag bekend in het radioprogramma De Taalstaat.
Zoals zoveel gebeurtenissen is ook de uitreiking van de Woutertje Pieterse Prijs afgelast. Dat wil zeggen: de live uitreiking, want er is natuurlijk wel een winnaar. Twee zelfs. Nadat Bette Westera en Sylvia Weve in 2015 de WPP wonnen met Doodgewoon, mogen ze nu de prijs wederom in ontvangst nemen voor een dichtbundel die op dezelfde leest is geschoeid: Uit elkaar (Gottmer).
De jury koos ‘voor een boek dat de tragiek niet ontkent, maar de feestelijkheid laat zegevieren. Het kan kinderen tot steun zijn, én laten lachen […]. Alles is origineel en sprankelend aan dit boek, met prettig-onaangepaste tekeningen en baldadige gedichten, waarin kinderen hoofdschuddend kijken naar de liefdescarrousel van de volwassenen, die hun kinderen soms lijken te vergeten - maar die hun kinderen soms ook een nieuw perspectief bieden.’
In het juryrapport is te lezen wat het oordeel over de andere vijf genomineerden is. Juryvoorzitter Arja Peters deelde ook nog een pluim uit naar de jeugdliteratuur in het algemeen:
'Eerst wil ik nog graag opgemerkt hebben dat de kinder- en jeugdliteratuur in Nederland en Vlaanderen van hoogstaand niveau is, zich opmerkelijk bewust van de literaire traditie (met verwijzingen naar de Griekse mythen en Shakespeare), én buitengewoon geëngageerd (met verwijzingen naar de thematiek van klimaat tot gender, en van een samenleving met moderne dus dikwijls gebroken gezinnen). Waar je bij zogeheten volwassenliteratuur doorgaans te maken hebt met auteurs die als debutant volkomen blanco lijken te beginnen, met de eigen jeugd dan maar weer, zijn de kinderboekenauteurs al wat verder, en kijken óók om zich heen en achterom. Behalve dat de boeken vaak van hoge kwaliteit zijn, en schitterend vormgegeven, spreekt de wijde blik van de makers ook tot de verbeelding.'
Zegt het vooral voort!