Vier kinderen schakelen de koningin in om vluchtelingen te helpen: hartverwarmende inspiratie.
Kunnen een volwassen boodschap en een kinderblik samengaan? In De jongen achter in de klas, debuutroman van de Britse journalist en mensenrechtenactiviste Onjali Raúf, blijkt dat te kunnen. Niet alleen de titel, maar ook haar opzet herinnert aan De jongen in de gestreepte pyjama van John Boyne. Ook in dit boek gaat het om een heftig thema, het lot van vluchtelingen, dat wordt beschreven vanuit de ogen van onwetende kinderen.
In de klas van ik-verteller Alexa en haar vrienden Josie, Michiel en Tom komt een nieuwe jongen, Ahmet. Hoewel de kinderen in een Londense buitenwijk wonen, lijken ze geen weet te hebben van oorlogen in verre landen en herkennen ze in Ahmet dan ook niet een vluchteling. Ze zien alleen een jongen die nooit praat en lacht. Hij fascineert hen en ze vinden hem ook zielig. Daarom besluiten ze vrienden met hem te worden.
Ze komen steeds meer over Ahmets achtergronden te weten, bijvoorbeeld dat zijn vader en moeder nog vermist zijn. Als Alexa hoort dat Engeland binnenkort de grenzen gaat sluiten, bedenken de vier vrienden Het Beste Plan van de Wereld: een brief aan de koningin. Als het antwoord op zich laat wachten, besluiten ze een tweede brief zelf te bezorgen. Ze zien het al helemaal voor zich: tijdens een koninklijke theevisite zullen ze dit zaakje wel even regelen. Voor de zekerheid nemen ze zelf theezakjes en koekjes mee en als cadeautje een vel voetbalstickers.
Het loopt uiteraard anders en toch loopt het verhaal goed af. Dat is een logische keuze voor jonge kinderen. De jongen achter in de klas is een hartverwarmend boek dat kinderen – en volwassenen – laat nadenken over grote problemen als vluchtelingen, maar ook over hoe je in de klas en samenleving met elkaar omgaat.
(Deze recensie verscheen ook in Didactief).