Twee broers die elkaar hopeloos in de weg zitten. Daarover gaat Koning Valentijn, de nieuwe jeugdroman van Tim Gladdines.
‘Als ik met deze wonderlijke jongen bevriend wilde raken, moest ik nu iets grappigs zeggen.’ Het is de eerste dag op de camping en Benjamin pijnigt zich het hoofd hoe hij met die leuke buurjongen in contact kan komen. Hij probeert iets en geeft het dan maar op. Zijn broer Valentijn stapt naar buiten en maakt meteen contact, zonder iets te hoeven zeggen.
Meteen op de eerste bladzijde maakt Tim Gladdines de verhouding tussen beide broers glashelder: Benjamin is de loser, Valentijn de gevierde. Met zowel afgunst als bewondering kijkt Benjamin naar zijn oudere broer: zo vlot en populair zou hij ook graag willen zijn. Hij probeert zijn broer in alles na te doen en te volgen, maar dat werkt alleen maar averechts: Valentijn wil geen jonger broertje die als een klit aan hem hangt en meelift op zijn vriendschappen en successen. In plaats van elkaar te helpen zitten de broers elkaar hopeloos in de weg, zoals dat kan gaan in gezinnen.
Niet alleen Benjamin, maar ook Valentijn worstelt met zichzelf. Hun moeder ziet dat wel – ‘hij is gewoon een heel gevoelige jongen’ - maar Benjamin begrijpt niet waarom zijn broer zoveel aandacht krijgt. Nadat hij in hun slaapkamer Valentijns dagboek heeft gevonden en hier steeds vaker in leest, ontdekt hij diens geheim: Valentijn valt op jongens. Een geheim dat ook zijn eigen geheim is. In plaats van dat het de broers dichter bij elkaar brengt, komen de verhoudingen nog meer op scherp te staan.
We zien alles door de ogen van ik-verteller Benjamin en dat levert ons een gekleurde, ietwat gefragmenteerde blik op de gebeurtenissen op. Dat is zowel de sterkte als zwakte van dit boek. Sterk, omdat de lezer zo helemaal in het verongelijkte hoofd van Benjamin kan kruipen. Maar daarmee verliest de lezer wel zicht op de echte verhoudingen, waardoor dingen soms uit de lucht komen vallen, zo niet ongeloofwaardig worden. Waarom ziet niemand in het gezin dat de nieuwe hond van Valentijn zo agressief is tegen Benjamin? Of moeten we echt geloven dat dat alleen maar in het hoofd van Benjamin gebeurt? En hoezo krijgt Benjamin ook een solo-rol in de schoolmusical Jesus Christ Superstar? Hij kan toch helemaal niet zingen? Gladdines heeft het nodig om de broers tot op het podium tegenover elkaar te laten staan, als Jezus en Judas.
Twee broers, een dagboek en homoseksualiteit, het zijn ingrediënten die heel in de verte doen denken aan Gebr. van Ted van Lieshout. Maar daarmee houdt ook elke vergelijking op, want in Gladdines’ verhaal helpt het dagboek van de oudere broer de jongere niet om zichzelf beter te leren kennen. Integendeel, Benjamin is de Judas die zijn broer verraadt. Die tweestrijd tussen broers is een mooi verhaalgegeven, maar het lukt Gladdines niet helemaal om een overtuigend verhaal te vertellen. Daarvoor blijven het dagboek, de hond en de rolverdeling bij musical iets te veel kunstgrepen.