Simon van der Geest verpakt in zijn sciencefictionboek Hart van staal een klassiek verhaalgegeven in een nieuw jasje.
Hart van staal gaat over ouders en kinderen. Dat klinkt als een alledaags thema, maar Van der Geest geeft er een griezelige draai aan. Zijn boek is een kruising tussen The Stepford Wives van Ira Levin (waarin alle echtgenotes in gewillige huisslavinnen veranderen) en kinderboeken als Pluk van de Petteflet waarin kinderen (en dieren) het opnemen tegen volwassen machthebbers.
Ravi merkt dat zijn ouders de laatste tijd wel erg strikt de (huis)regels handhaven. Ook gaan ze slaafs mee in de nieuwe regels van de Gouverneur dat alle muziek en muziekinstrumenten verbannen moeten worden. want ‘sommigen worden er agressief van, anderen heel week en slap’, kortom muziek ondermijnt de macht.
Samen met drie andere kinderen – Zina, Blinker en Mink – ontdekt Ravi dat alle ouders van vlees en bloed zijn weggevoerd en vervangen door robotduplicaten. Ook leraren moeten eraan geloven. ‘Mijn laatste leerkracht is inmiddels ontmenst’, meldt de schooldirectrice trots aan de Gouverneur.
Bij Levin delven de vrouwen het onderspit, maar zo gaat het in de jeugdliteratuur zelden: daar zegevieren kinderlijke onbevangenheid en levenslust, in Hart van staal gesymboliseerd door muziek. Muziek speelt in Van der Geests boeken en theater vaker een belangrijke rol, nu bedeelt hij haar een hoofdrol toe. De vier kinderen rebelleren tegen de macht door muziek te blijven maken en die letterlijk van de daken te schreeuwen (al deze popliedjes zijn op Spotify te beluisteren of in een speciale audioboekversie).
De strijd is nog niet beslecht, er komt een vervolg. Maar nu al is duidelijk dat Van der Geest met verve een klassiek verhaalgegeven in een nieuw en origineel jasje heeft gegoten. Zijn boek is spannend, mét ruimte voor humor (zo vormen de Gouverneur en zijn secondant Gatema een komisch duo). Bovendien is er ruimte voor grijstinten en hoop, zoals een robotvader met het (stalen) hart op de juiste plaats.